Amateursporters: Wanneer de lucht een belasting wordt
Hoe groter de inspanning, hoe meer zuurstof het lichaam nodig heeft om organen, hersenen en spieren van genoeg zuurstof te voorzien. Daarom wordt bij lichamelijke inspanningen de ademfrequentie wel tot 4 keer hoger.
Maar om goede prestaties te kunnen neerzetten, moet ook schone lucht worden ingeademd. Afhankelijk van het seizoen echter wordt de lucht beheerst door pollen en allergenen. En ook de toenemende milieuvervuiling maakt sporters het leven moeilijk.
Luchtvervuiling is schadelijk voor sporters
Fijnstof en uitlaatgassen zijn schadelijk voor de gezondheid van mensen die buiten fysiek actief zijn. Zij hebben, naast kinderen en personen met een aandoening aan de luchtwegen, bijzonder te lijden onder deze belasting. Schone lucht is voor sporters die veel buiten trainen een belangrijk goed. Niet alleen hun gezondheid, maar ook hun prestatie heeft te lijden onder een slechte luchtkwaliteit.
​
Lopers of wielrenners die in weer en wind buiten trainen, leveren zich letterlijk over aan de natuur. Hoewel sporters zich kunnen beschermen tegen hitte, koude en regen, bestaat er geen uitrusting die helpt tegen slechte lucht. Als sporters dan toch in slechte luchtomstandigheden trainen, kunnen een prikkelende hoest, brandende ogen, misselijkheid en een algemeen gevoel van onwel zijn het gevolg zijn.
Hoe sporters de belasting uit de weg gaan
Wie graag buiten traint, doet er dus goed aan om op enkele punten te letten. Zo kunt u de belasting door fijnstof of pollen verminderen:
-
Train bij hoge concentraties schadelijke stoffen niet te lang aan één stuk. Train gedeeltelijk binnen en gedeeltelijk buiten om de belasting te beperken.
-
Vooral in het hartje van de zomer kunt u belasting vermijden door laat 's avonds of 's nachts te trainen. Daarbij moeten sporters echter passende veiligheidsmaatregelen in acht nemen.
-
Wie minder intensief traint, bijvoorbeeld gematigd jogt in de plaats van snel te lopen, ademt slechte lucht minder diep in dan bij intensievere inspanningen.
-
Sporters die de mogelijkheid hebben om in landelijke streken of in een bos te trainen, dienen die kans zo vaak mogelijk te benutten. Daar is de luchtkwaliteit beter.
-
In principe moet u vermijden om vaak in de stad te trainen. Het is zelfs al beter wanneer u gewoon door het park loopt in plaats van langs de straat.
Hoe sporters gezond blijven
Voorkomen is beter dan genezen. Daarom moeten sporters erop letten dat ze niet te vaak anaeroob trainen, en dat ze zich na de training voldoende tijd gunnen om te recupereren. Bij een acute belasting door schadelijke stoffen is het bovendien nuttig om de luchtwegen regelmatig te verzorgen. Dat kunt u bijvoorbeeld doen met een neusdouche en speciaal neusspoelzout. Neusspoelingen kunnen na de training helpen om de aangetaste slijmvliezen te kalmeren en de neus vrij te maken van fijnstof of allergenen – en dit op geheel natuurlijke wijze en zonder dopinggevaar.
Sport bij een verkoudheid: ja of neen?
Sporters die bij weer en wind in open lucht trainen, sterken weliswaar hun immuunsysteem, maar hebben tegelijkertijd een groter infectierisico en vooral: topsporters lijden niet zelden onder infecties aan de luchtwegen.
​
Wie een verkoudheid of griep heeft, kan het sporten beter een tijdje laten rusten. Als u ook koorts heeft, is het nog eens zo belangrijk om eerst helemaal uit te zieken voor u opnieuw begint te trainen. Het lichaam rekent dan al af met de infectie, en dan is sporten een bijkomende belasting waardoor het allemaal te veel kan worden voor het immuunsysteem.
​
Wie desondanks traint, riskeert
-
dat de verkoudheid zich verplaatst,
-
dat de verkoudheid langer duurt,
-
dat de symptomen van de verkoudheid verergeren,
-
dat er complicaties optreden, bijvoorbeeld een myocarditis of een hartspierontsteking.